“Zowel de trieste als de leuke dingen blijf je je herinneren”

Al ruim 18 jaar is Hans van Dongen hét gezicht van de Milieustraat in Rijen. “Ik ben bekender dan de burgemeester,” zegt hij met een knipoog. Maar hoe belangrijk zijn werk als milieustraatbeheerder ook is, zodra zijn pieper afgaat, laat Hans alles uit zijn handen vallen. “Dan gaat de adrenaline stromen en is er nog maar één ding dat telt: zo snel mogelijk naar de brandweerkazerne!”

Hans kreeg de liefde voor het werk van brandweerman met de paplepel ingegoten. “Mijn vader zat bij de vrijwillige brandweer in Molenschot. Als zijn alarm afging vroeg ik altijd meteen waar het was en fietste ik ernaartoe om te kijken.” Hans herinnert zich de ‘goeie brandjes’ op het  caravanpark bij Linberg. “Erg voor de mensen die het treft, maar mooi om naar te kijken.”

Eenmaal volwassen begon Hans aan de 2-jarige standaardopleiding  voor vrijwillige brandweer. “Een avond per week naar school, voor zowel de theorie als praktijkoefeningen.” Inmiddels is Hans al ruim 31 jaar actief als vrijwillige brandweerman. Eerst in het team van Molenschot, vanaf 2003 in Rijen.

Rijens specialisme
Het korps in Rijen bestaat uit 22 mensen. “We hebben 2 tankautospuiten” legt Hans uit. “Zo’n brandweerauto wordt bemand door een ploeg van 6 mensen: een bevelvoerder, een chauffeur en 4 manschappen. Afhankelijk van de beschikbaarheid ben ik de ene keer chauffeur en de andere keer behoor ik tot de manschappen.” Bijna alle korpsen in de regio hebben een eigen specialisme. In Rijen is dat het groot water transport. “Wij hebben een extra zware pomp, waarmee we water op anderhalve kilometer van de brand kunnen oppompen. Daarom zijn we  op 7 november ook opgeroepen om mee te helpen bij die grote brand bij een recyclingbedrijf in Roosendaal.”

Nazorg
Het brandweerkorps rukt niet alleen uit bij brand. Weersomstandigheden zorgen ook voor aardig wat werk: omgewaaide bomen door storm of volgelopen kelders door hevige regenval.  Ook bij auto-ongelukken moet de brandweer regelmatig in actie komen om beknelde slachtoffers uit een auto te bevrijden. “Dat zijn vaak wel de situaties die je bijblijven”, vertelt Hans. Gelukkig is er altijd voldoende nazorg. “Meteen na afloop in de kazerne praten we er samen over na. Soms wel eens met een medewerker van de ambulancedienst, die dan ook bij zo’n ongeluk was. Zelf kan ik er gelukkig goed mee omgaan, maar vergeten doe je sommige dingen nooit.”

Er zijn natuurlijk ook veel leuke herinneringen aan die lange periode als brandweerman. Zoals die keer dat Hans, in zijn functie als penningmeester van de Personeelsvereniging, de jaarlijkse kascontrole kreeg van een collega, die toen officier van dienst was. “Opeens gingen allebei onze piepers af. Hij was met de brandweerwagen en heeft mij toen met gillende sirenes heel snel naar de kazerne gebracht.”

Thuisfront
Het thuisfront is heel belangrijk voor het goed functioneren van dit vrijwilligerswerk. “Die pieper kan elk moment van de dag afgaan. Ook als je nét wilt gaan eten of nét samen op de bank een filmpje kijkt. Daar moet je gezin tegen kunnen. Mijn vrouw Patricia is net zo fanatiek als ik. Als ’s nachts de pieper afgaat, springt zij ook uit bed om beneden alvast de voordeur voor mij open te zetten. Elke seconde telt in zo’n situatie.”

Blijven oefenen
Naast de vele uitrukken (gemiddeld zo’n twee keer per week) moet het brandweerteam  constant blijven oefenen. Dit gebeurt elke dinsdagavond. Hans is actief in de Oefenwerkgroep. “Sinds kort hebben we nieuwe instrumenten waarmee we een brand heel goed kunnen ensceneren. Zo kunnen wij heel realistisch oefenen in allerlei verschillende situaties.” Daarnaast zijn er twee keer per jaar herhalingstrainingen in levensreddende handelingen. En gaat er tijd zitten in het op peil houden van gebouwen- en gebiedsbekendheid. “Pas geleden hebben we de nieuwe sporthal in Rijen bekeken en de nieuwe appartementen boven de Lidl. Stel dat er een calamiteit is, dan is het fijn als je al eens in zo’n gebouw geweest bent.”

Hans hoopt dat hij de 35 jaar kan volmaken als vrijwillige brandweerman. “Ik vind het heel fijn om op deze manier mijn bijdrage te leveren aan de maatschappij. We kunnen allemaal wel thuis op de bank blijven zitten, maar dan wordt dat brandje nooit geblust of een slachtoffer nooit uit de auto bevrijd.”