Voor ik met Carlo in gesprek mocht gaan had ik hem al een keer kunnen bekijken vanaf de koper-kant van de bar. Carlo, een lange man met een vrolijk en open gezicht biedt voor ieder verhaal een plaats in zijn kroeg. Het Engeltje in Molenschot is bij de Molenschotters een geliefde plaats. Het is het café van de lach en de traan. Vanuit de Engel wordt de Molenschotse kermis georganiseerd en het biedt een thuis aan diverse evenementen. Ik heb tijdens mijn bezoek kennis kunnen maken met een kroeg die een afspiegeling is van het leven.
Maar de hamvraag is natuurlijk; “wie is Carlo?”. Carlo is 47 jaar oud en heeft in zijn tijd veel verschillende dingen gedaan. Een van zijn stoutste dromen is om in elke kern van de gemeente woonachtig geweest te zijn. Carlo is geboren in Breda, heeft mogen kleuteren in Gilze en heeft vervolgens in Molenschot de basisschool doorlopen om later in Rijen de MAVO te voltooien. Na de MAVO begon hij zijn studie carrière aan de OLOF Handelsschool (Nu het Florijn college in Breda). Zoals het levensgenieters veelal betaamt heeft hij zijn laatste jaar op één tiende punt niet gehaald en mocht daarom een jaar lang drie uur in de week naar school om het resterende vak te behalen. In die periode begon zijn vader, die werkzaam was in de bouw, met het stichten van de Engel. Na het uiteindelijk voltooien van zijn opleiding heeft Carlo tien jaar lang halve dagen gewerkt bij Cepro Trading. In die tijd raakte hij steeds meer betrokken bij de zaak van zijn vader, samen hebben ze het café en het netwerk gebouwd, vormgegeven en geperfectioneerd. Vanaf 1995 is hij medevennoot. In 1999 trouwde Carlo met de vrouw met wie hij nog altijd samen is. Het kersverse echtpaar heeft eerst een jaar of zes boven de Engel gewoond. Maar gezien het succes van de kroeg besloten ze om van de woonruimte een extra bedrijfsruimte te maken. Vanaf dat moment is hij eigenaar van een huisje in de Emmastraat te Rijen.
Maar aan alle voorspoed komt een einde. In 2003 kwam zijn vader in de kroeg te overlijden. Hierna volgt een moeilijke tijd van veel stress en tegenslagen. “The show must go on”, Carlo’s vrouw heeft hem ondersteund in deze periode en samen hebben ze het café draaiende gehouden, allemaal tegelijkertijd met het verbouwen van hun woning aan de Emmastraat. De familie van Engelen heeft zolang aan de zaak gewerkt dat de zaak hun enige kind geworden is. Deze periode heeft Carlo een wijze les geleerd. Het maakt hem een docent aan de school des levens. Een van zijn vertellingen is dan ook; “Er moet altijd wat tegenover de ellende staan, vier wat er te vieren valt, tegenover een slechte herinnering moet altijd een goede komen te staan”. Hij vertelt me dat iedere ontmoeting je vormt, en ik kan aan hem aflezen dat dat zeker waar is. Als kroegbaas verkoop je niet alleen bier en friet. Maar vooral verkoop je herinneringen. De gemeenschap waar de Engel in gevestigd is weerspiegelt dit prachtig. Als er in Molenschot iemand komt te overlijden dan leeft het hele dorp mee. En die ervaring geeft iedereen kracht, een stok achter de deur om het leven verder tegemoet te kunnen treden.
Sint Anna Feesten
Maar het leven in Molenschot is niet alleen een leven van medeleven en verdriet. Vooral een leven van vreugd. Carlo is niet zo lang geleden oom geworden. En als een stralende man kan hij samen met zijn nichtje op de arm pintjes tappen. Terwijl hij me dit vertelt zie ik subtiele glinsteringen in zijn ogen. Hij straalt. Het doet me deugd om te zien wat ons gesprek teweeg brengt en ik ben benieuwd naar de tradities die in de lokale gemeenschap belangrijk zijn. Ik vraag hem naar de Sint Anna feesten.
Carlo weet me te vertellen dat de Sint Anna Feesten echt een Molenschotse happening zijn. Het is een groot en gezellig gebeuren waar Molenschotters (zowel oudgedienden als zij die er al jaren wonen) naar uitkijken. De feesten dienen een beetje als een reünie. Zij die ooit vertrokken uit dit mooie dorp komen voor even terug en zij die nieuw zijn kunnen genieten van de verhalen van de “dorpsklassiekers”. Het maakt me benieuwd naar dit fenomeen. Ik wil hier graag een keer bij zijn om een kijkje te kunnen nemen in de verhalen die de dorpelingen meedragen.
Maar alles op zijn tijd. Als kroegbaas heb je natuurlijk niet alleen een sociale functie. Nee. De functie is breder dan dat. Carlo is ook betrokken bij het bereiken van wasdom. Het Engeltje is voor veel jonge studenten het eerste serieuze bijbaantje. En daar komt natuurlijk heel wat bij kijken. Zo leert men in de Engel de eerste echte normen en waarden die bij het “werkleven” horen. “Afspraak is afspraak”. En “werken moet leuk zijn”. Een van de lessen die hij zelfs zichzelf voorhoudt is er één die me erg aansprak. Zolang ik het leuk vind, blijf ik het doen.
Het Engeltje, biljart en andere passies
Een leven van hard werken en openheid biedt natuurlijk weinig ruimte voor hobby’s. Toch heeft Carlo er een paar! Tijdens ons gesprek loopt er een bekende binnen. Een man die als lunch een broodje met een goulashkroket komt eten en een potje komt biljarten. Ik wil weten of Carlo zelf ook biljart. Het antwoord is ja. En toevallig heeft hij zelfs twee keer verloren van de man die aan de toog zit te genieten van zijn broodje. Biljart is echt een denksport vertelt hij. Het is een sport van controle en concentratie. Ik wil weten of biljart de enige sport is voor hem, om die vraag moet hij lachen. Carlo heeft zijn hele leven altijd veel gesport. Naast biljart is squashen een van zijn passies. Hij vervult die passie in Breda met een maat waar hij dit ook al jaren mee doet. Hij deelt mij mede dat er niks zo opfokkend is als een tegenstander die je zegt: “Je hebt je dag niet hè”.
Ik vind het moeilijk om een eind te breien aan ons gesprek. Als laatste zou ik graag nog willen weten hoe hij zijn vrouw heeft leren kennen. De vraag brengt een glimlach op zijn gezicht en hij vertelt me dat hij stage heeft gelopen bij Piet Kerkhof in Dongen. Zijn vrouw was daar werkzaam en hij had direct een oogje op haar. Echter speelde ze een beetje “hard to get”. Ze ging niet echt in op zijn flirtpogingen. Tot ze op een dag stonden te dollen in de gang met sloffen en slippers. Lekker bijdehand en opgewekt gooit Carlo een pantoffel tegen haar bril, die bij toeval in tweeën breekt. Dit was stiekem een meevaller. Ze bleek toch wel erg graag lenzen te willen hebben. Toen hij haar later op mocht halen van huis om wat te gaan doen, zag hij tot zijn plezier dat de dame lenzen droeg. Een klik was gevonden.
Zoals altijd wil ik afsluiten met een quote uit ons gesprek. Een herinnering die me raakte. Het Engeltje is een plaats van uitersten, er kwam op een dag iemand om zijn bruiloft te regelen. Slechts enkele details hoefden maar besproken te worden. Echter werd deze vreugdevolle meeting snel afgewisseld. Nog geen kwartier later moest er plaats geboden worden aan achterblijvers van een overlijden. “Bruiloft en begrafenis, ik kreeg in een kwartier tijd twee uitersten te verduren”. Het gesprek met Carlo heeft me een prachtig inzicht gegeven in één van Molenschots bekende gezichten. Ik heb het vermoeden dat ik hem nog wel vaker tegen ga komen.